Partner- en wezenpensioen

partner_en_wezenpensioen_opbouwNaast uw ouderdomspensioen bouwt u ook partnerpensioen en wezenpensioen op. Als u komt te overlijden, heeft uw partner recht op een partnerpensioen en uw kinderen krijgen een wezenpensioen. De gemeente informeert ons als u bent overleden. Woont u in het buitenland? Dan moet uw partner (en/of kinderen) ons informeren.

Het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen dat u zou krijgen als u tot pensionering bij ons pensioenfonds pensioen zou opbouwen. Bij overlijden na pensionering krijgt uw partner ook 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen, tenzij u gebruik heeft gemaakt van de keuzemogelijkheden bij pensionering.

De hoogte van het wezenpensioen is 14% van het ouderdomspensioen. Elk kind krijgt dit tot hij of zij 18 jaar oud is. Zolang het kind op school zit of studeert, krijgt het kind wezenpensioen uiterlijk tot hij of zij 23 jaar is.

De hoogte van het partnerpensioen en van het wezenpensioen staat vermeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op Mijnpensioenoverzicht.nl.

Als u overlijdt, heeft uw partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de ANW-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Uw partner moet dan geboren zijn vóór 1950 of een of meer minderjarige kinderen te verzorgen hebben of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie hierover kunt u vinden op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).


> lees verder in laag 3 (downloads)